Om een snel inschakelen van de katalysator te verkrijgen, worden voor de stationaire fase na het starten de volgende maatregelen geïntroduceerd:
Deze maatregelen zijn slechts enkele minuten na de start actief en zijn zo geconstrueerd, dat de motorkarakteristiek bij stationair toerental niet wezenlijk wordt beïnvloed. Als de cliënt reclameert over dit gedrag moet erop worden gewezen dat dit niet het gevolg is van een storing.
Om het afkoelen van de katalysator te voorkomen als de auto langer stationair draait, wordt bij de B25 en B28 de ontstekingshoek van 5 krukas-° tot 0 krukas-° verlaat. Stationaire eigenschappen worden hierdoor niet beïnvloed. De controle van de stationaire richtwaarde moet bij een verlate ontstekingshoek worden uitgevoerd.
Over het algemeen hoeven na een reparatie (vervanging van onderdelen) de adaptaties niet te worden gewist. Bij vervanging van de MDK (motorgasklep) moeten de MDK-adaptaties worden gewist om een opslag van storing in het geheugen te voorkomen.