Bij dynamo's met een multifunctionele regelaar wordt klem D+ vervangen door een reactievrije elektronische klem 61E. Deze stuurt enerzijds de laadstroomcontrolelamp aan, en deelt anderzijds de verbruikers mee dat de dynamo laadstroom levert.
De laadstroomcontrolelamp zelf wordt door klem 15 van het instrumentenpaneel gevoed. De laadstroomcontrolelamp brandt, wanneer de spanning op klem 61E lager is dan 1,5V. De laadstroomcontrolelamp schakelt uit, wanneer de spanning op klem 61E hoger is dan 8V.
Dynamo's met een multifunctionele regelaar zijn te herkennen door de stekkerverbinding op klem 61E. De 6 mm bout vervalt daardoor.
De laadstroomcontrolelamp brandt onder de volgende omstandigheden:
ontsteking aan bij niet-draaiende motor, dynamo laadt niet, uitval van de riemaandrijving, onderbreking in de veldwikkeling, te hoge spanning in de regelaar, onderbreking in de bedrading
De tweede draad in de stekkerverbinding van de dynamo is klem 15; deze dient als referentiesignaal om vast te stellen of de dynamo laadstroom levert.