Om vast te stellen of het gaspedaal werkelijk stroef beweegt en om vast te stellen of een storing bij de aannemelijkheid tussen gas- en rempedaal aanwezig is, is een testmoduul beschikbaar. Een mogelijk onjuiste werking van het gaspedaal wordt door een gelijktijdige bediening van het gas- en rempedaal tijdens het rijden vastgesteld.
Een aannemelijkheidsstoring wordt in de motorregeleenheid opgeslagen als ten minste 1,5 seconde een bestuurderswens via het gaspedaal wordt opgemerkt en tevens een remsignaal aanwezig is. Hierbij wordt de remdruk als meetgrootheid gebruikt. Daardoor wordt verhinderd dat een remvertraging door een klemmend gaspedaal wordt tegengegaan.
Bij de S54 motor in de M Roadster worden de beide gaspedaalsensoren in de gaspedaalmoduul voorzien van een spanning van 4,8 tot 5,2 V. Tijdens de bediening van het pedaal leveren de middenafnemers van de sensor een spanning tussen 0,5 resp. 0,25 V (niet bediend) en 4,0 resp. 2,0 V (bediend).
Zolang bestuurderswens en remdruk gelijktijdig aanwezig zijn, gedraagt de auto zich als volgt: De motorregeling vermindert de bestuurderswens in verhouding tot de remdruk. Als de remdruk toeneemt, wordt de bestuurderswens van de motorregeling overeenkomstig verminderd.
De waarneembare uitwerking voor de bestuurder levert hetzelfde gevoel als de”Voet van het gaspedaal nemen”.
De gaspedaalmoduul mag alleen worden vervangen als zowel een uitdrukkelijke klacht van de klant over een verhoogd, constant stationair toerental en / of een mechanisch klemmend gaspedaal alsook een storingsinvoer aanwezig is. Als alleen een storingsinvoer aanwezig is, mag het component niet worden vervangen!
Bij een meervoudige storingsinvoer moet de klant op zijn mogelijk onjuiste bediening (gelijktijdige bediening van gas- en rempedaal) worden gewezen.
Mogelijke klachten van de klant die door een opgeslagen storing kunnen worden bevestigd, kunnen klachten zijn over onvoldoende vermogen, roluitschakeling tijdens het rijden alsmede een verhoogd constant toerental bij klemmend gaspedaal.