Instrumentenpaneel: Interne testfuncties, service-intervalmelding (SIA), maatregelen bij het vervangen van regeleenheden

Het instrumentenpaneel bevat naast andere functies ook automatisch verlopende en handmatig uit te voeren testfuncties evenals functie voor de werkplaats.

Bij de controles en instellingen worden alle weergavemogelijkheden van het instrumentenpaneel gebruikt:

De functies zijn in de functiebeschrijving instrumentenpaneel: meldingen en functies beschreven.

Beknopte beschrijving van het onderdeel

K-bus

De K-bus (carrosserie-elektronica) dient voor de gegevensuitwisseling tussen de regeleenheden van de carrosserie-elektronica en het instrumentenpaneel. De informatie-uitwisseling vindt plaats via gegevenstelegrammen.

PT-CAN-bus

De PT-CAN-bus (Powertrain-CAN-bus) dient voor de gegevensuitwisseling tussen de motorelektronica, de dynamische stabiliteitscontrole (DSC) en het instrumentenpaneel. De informatie-uitwisseling vindt plaats via gegevenstelegrammen.

D-bus

De D-bus (Diagnose-bus) dient voor de gegevensuitwisseling tussen het instrumentenpaneel en een tester. De informatie-uitwisseling vindt plaats via gegevenstelegrammen.

byteflight

De byteflight is via de als Gateway werkende veiligheids- en informatiemoduul (SIM) op de K-bus aangesloten. Via deze busverbinding wordt de informatie van de satellieten SBSL en SBSR naar het instrumentenpaneel gestuurd.

Instrumentenpaneel

In het instrumentenpaneel zijn regeleenheid, schakelingen voor de signaalverwerking, de spanningsvoorziening en de bedienings- en weergave-elementen geïntegreerd.

Het instrumentenpaneel heeft de Master-functie voor andere Bus-deelnemers en verbindt als Gatewaymoduul de PT-CAN-bus (Powertrain-bus), de K-bus (carrosserie-elektronica-bus), de D-bus (diagnose-bus). De informatie-uitwisseling vindt plaats via gegevenstelegrammen. Het instrumentenpaneel ontvangt bovendien rechtstreeks signalen van sensoren.

Codeergegevens en permanente tellerstanden worden in het instrumentenpaneel opgeslagen.

Met de beide toetsen S/R (Set/Reset), links en het kloksymbool (rechts) zijn de volgende instellingen mogelijk:

S/R-toets:

Kloksymbool-toets (rechts):

Stuurkolomschakelaar (LSS)

Met de axiale toets in de richtingaanwijzerschakelaar (LSS) kan de verwerking van de boordcomputer worden geactiveerd. Bovendien kan hiermee de digitale klok of de buitentemperatuurmeter worden gekozen.

Verlichtingschakelcentrum (LSZ)

Het lichtschakelcentrum (LSZ) schakelt de verlichting van het instrumentenpaneel en regelt de helderheid van de wijzerplaat-, wijzer- en displayverlichting. De informatie wordt d.m.v. gegevenstelegrammen via de K-bus naar het instrumentenpaneel gestuurd.

Belangrijkste functies

Check-control

Het lichtschakelcentrum (LSZ) bewaakt vanaf klem 15 AAN de gloeilampen van de buitenverlichting. Een storing in een lamp meldt het lichtschakelcentrum (LSZ) als signaal via de K-bus aan het instrumentenpaneel. Het uitvallen van de volgende gloeilampen wordt met de controlelamp Check-Control (lampdefect) aangegeven:

Voor het gemakkelijk opsporen van een storing dient de status boven de diagnose resp. boven testfunctie.

Predrive-Check

De Predrive-Check is een test voor belangrijke controle- en waarschuwingslampen. Bij klem 15 AAN worden met de Predrive-Check de volgende controle- en waarschuwingslampen automatisch geactiveerd.

Weergave / symbool

Kleur

Brandstofreserve

Geel

Te hoge koelvloeistoftemperatuur

Rood

Veiligheidsgordel omgespen

Rood

Remblokslijtage

Geel

Algemene waarschuwingslamp remsysteem

Rood / geel

Bandenpechmelding (RPA) (spanningsverlies)

Geel / rood

Oliedruk / oliepeil

Geel / rood

Transmissienoodprogramma

Geel

Elektromechanische stuurbekrachtiging (EPS)

Geel

Check-Control (lampfout)

Geel

Laadstroomcontrole

Rood

Na afloop van een foutloos verlopen Predrive-Check worden alle controle- en waarschuwingslampen uitgeschakeld.

Testfuncties

De testfuncties dienen voor het controleren van de coderingen en de storingsdiagnose zonder diagnosetester. De testfuncties worden in de bovenste regel van het LC-display-gedeelte 1 (afstandsaanduidingen) aangegeven. De weergave van de boordcomputerfuncties in de onderste regel blijft behouden.

Opmerking: De testfuncties kunnen alleen bij klem R AAN en klem 15 AAN bij stilstaande auto en afgezette motor worden uitgevoerd.

De testfuncties worden ingeschakeld door

De testfuncties 1 en 2 zijn vrij toegankelijk. De volgende testfuncties zijn pas na een ontgrendeling via testfunctie 19 bereikbaar. In testfunctie 19 wisselt de weergave elke seconde van L_on (Lock on = vergrendelen) naar L_oFF (Lock off = ontgrendelen).

Testfunctie ontgrendelen:

De S/R-toets bij de aanduiding L_oFF (Lock off = ontgrendelen) indrukken. De aanduiding gaat naar testfunctie 0 (testfunctie verlaten).

Testfunctie vergrendelen:

De S/R-toets bij de aanduiding L_on indrukken. Anders de testfuncties altijd via testfunctie 19 vergrendelen.

Opmerking: De testfuncties zijn na een klemwsseling altijd vergrendeld.

Testfuncties beëindigen:

De testfuncties worden beëindigd,

Testfunctie-tabel:

Testfunctie

Beschrijving

_tESt_0._

Testfunctie verlaten

_tESt_1._

Inforol

_tESt_1.0

Chassisnummer (laatste 5 cijfers)

_tESt_1.1

K-getal (snelheid)

_tESt_1.2

BMW onderdeelnummer

_tESt_1.3

Codeer-, diagnose-bus-index

_tESt_1.4

Productiedatum (kalenderweek/jaar)

_tESt_1.5

Hardwarestand, softwarestand

_tESt_1.6

EEPROM Checksumstatus

_tESt_1.7

CAN-Index CAN11Hex

_tESt_2._

Visuele systeemtest

_tESt_2.1

Displaytest: Alle controle- en waarschuwingslampen - met uitzondering van de ABS-controlelamp en de controlelampen van de verlichting- worden ingeschakeld. Bij het lopen van de stappenmotor worden de wijzerinstrumenten van de onderste tot de bovenste aanslag en terug gestuurd

_tESt_3._

Gegevens service-intervalmelding (SIA)

_tESt_3.0

Liter SIA

_tESt_3.1

Dagen SIA

_tESt_4._

Momentele verbruik

_tESt_4.0

Momentele verbruik l/100 km

_tESt_4.1

Momentele verbruik ongedempt l/h

_tESt_5._

Reikwijdte

_tESt_5.0

Actieradius-verbruik l/100 km

_tESt_5.1

Actieradius momenteel km

_tESt_6._

Tankinhoud

_tESt_6.0

Tankvlotter, links/rechts liter

_tESt_6.1

Tankvlotter, som gemiddeld liter

_tESt_6.2

Aanwijzing brandstofmeter, tankfase liter

_tESt_7._

Momentele weergavewaarde

_tESt_7.0

Koelvloeistoftemperatuur °C

_tESt_7.1

Buitentemperatuur °C

_tESt_7.2

Toerental/min

_tESt_7.3

Snelheid km/h

_tESt_8._

ADC-waarden

_tESt_8.0

ADC systeemspanning

_tESt_8.1

ADC tankvlotter links/rechts

_tESt_8.2

ADC remslijtagesensoren

_tESt_8.3

ADC buitentemperatuursensor

_tESt_9._

Systeemspanning

_tESt_9.0

Boordnetspanning

_tESt_9.1

Spanning adapter (schakelregelaar)

_tESt_9.2

ADC remslijtagesensoren

_tESt_9.3

ADC buitentemperatuursensor

_tESt_10._

CAN-monitor:

_tESt_10.0

DSC

_tESt_10.1

DME

_tESt_10.2

DME 4

_tESt_11._

niet aangesloten

_tESt_12._

niet aangesloten

_tESt_13._

Test geluidssignaal

_tESt_13.0

Enkele toon genereren voor test

_tESt_14._

niet aangesloten

_tESt_15._

I/O-ports processor

_tESt_16._

Storingsgeheugen

_tESt_16.0

Aantal opgeslagen storingen

_tESt_17._

niet aangesloten

_tESt_18._

niet aangesloten

_tESt_19._

Vergrendeling en ontgrendeling van testfuncties

_tESt_19.0

Lock on/off

_tESt_20._

niet aangesloten

_tESt_21.-

Systeem (software)

_tESt_21.0

Reset instrumentenpaneel

 

Opslag redundante gegevens

De momentele service-intervalmelding-data en de kilometerstand worden in de regeleenheid van het instrumentenpaneel opgeslagen. Parallel hiertoe stuurt de regeleenheid instrumentenpaneel deze gegevens cyclisch via de K-bus naar het lichtschakelcentrum (LSZ) en de elektronische anti-wegrijbeveiliging (EWS) voor de opslag in het geheugen. De geheugenopslag gebeurt

Door de redundante gegevensopslag blijven de data bij een vervanging van de regeleenheden behouden.

De regeleenheid elektronische anti-wegrijbeveiliging (EWS) verstuurt de gegevens voor het nieuwe Service-receptieconcept (KeyReader en SAM 1) naar de contactsleutel.

In de regeleenheid elektronische anti-wegrijbeveiliging (EWS) is geheugenplaats (12 blokken van elke 16 Byte) voor de opslag van onderhoudsrelevante gegegevens voorzien. In de eerste vier blokken worden onder andere de volgende gegevens opgeslagen:

Bij klem R AAN worden na de verficatie van de sleutelcode de eerste vier blokken naar de sleutel (Transponder) verstuurd. Tijdens het rijden worden bij wijzigingen van de gegevens over de service-intervalmelding in het EWS ook de gegevens in de sleutel geactualiseerd. De kilometerstand wordt tijdens het rijden elke 5 minuten in de sleutel geactualiseerd.

KeyReader en receptiemoduul 1 (SAM 1)

Met de KeyReader kan bij de receptie de autosleutel worden uitgelezen. Zodra de sleutel aangebracht is, registreert het leesapparaat de opgeslagen gegevens van de auto. De informatie wordt afhankelijk van het model auto met behulp van de receptiemoduul 1 (SAM 1) in een beeldscherm aangegeven.

De receptiemoduul 1 (SAM 1) kan de door de KeyReader uitgelezen gegevens automatisch interpreteren, weergeven en naar de termijnplanning resp. orderopening doorsturen.

Bij het SAM 1-scherm SIA IV is alleen het doorgeven van de orderbasis naar het vervolgsysteem (DMS) mogelijk. De volgende gegevens worden in het SAM 1-scherm SIA IV aangegeven:

 

Service-intervalmelding (SIA)

Vanaf klem R AAN wordt het LC-display geactiveerd. De service-intervalmelding (SIA) wordt gedurende 5 seconden in het LC-display-gedeelte 1 aangegeven. De service-intervalmelding (SIA) toont de functies olieservice of inspectie resp. periodieke inspectie met de betreffende vervaldatum.

Als de service-intervalmelding wordt aangegeven, verdwijnen de kilometerteller, de dagteller en de boordcomputerfunctie.

De buitentemperatuur onder 3°C (ijswaarschuwing) verschijnt zodra de auto rijdt.

De resterende afstand wordt met stappen van 50 km (bij de USA-uitvoering 25 miles) aangegeven.

Afstandsafhankelijke inspectie: een ophanden zijnde afstandsafhankelijke inspectie wordt door de meldingen olieservice en inspectie aangegeven. Bij de afstandsafhankelijke inspectie wordt de resterende afstand aangegeven. De resterende afstand is het aantal nog daadwerkelijk te rijden kilometers tot de volgende onderhoudsbeurt. Bij het overschrijden van de service-interval wordt de hierna afgelegde resterende afstand met een min-teken aangegeven. De melding knippert in dat geval. De noodzaak van een afstandsafhankelijke inspectie (olieservice of inspectie) wordt o.a. aan de hand van het gemiddeld verbruik voor het betreffende type auto berekend. Daarom kunnen de olieservice en de inspectie onder bepaalde omstandigheden tegelijkertijd worden aangegeven.

Door tijdens de weergave van de resterende afstand de kloksymbooltoets in te drukken, wordt de service-intervalmelding naar de melding van de periodieke inspectie omgeschakeld.

Periodieke inspectie: Een periodieke inspectie (verversen van de remvloeistof) wordt d.m.v. een kloksymbool en een datum (gecodeerde termijn voor de periodieke inspectie met maand en jaar) aangegeven. De volgende termijn voor de periodieke inspectie wordt na het bedienen van de kloksymbooltoets gedurende 5 seconden aangegeven. Als de periodieke inspectie ophanden is, gaat naast de aanduiding van de resterende afstand ook het kloksymbool branden. De meldingen olieservice en inspectie verdwijnen.

Door het bedienen van de kloksymbooltoets wordt de melding weer overgeschakeld.

Terugzetten van de service-intervalmelding: een ophanden zijnde onderhoudsbeurt kan alleen met de S/R-toets via het SIA-resetmenu van het instrumentenpaneel terugwordt gezet. Afstandsafhankelijke inspecties (olieservice of inspectie) en periodieke inspecties kunnen na het bereiken van het in de codeergegevens vastgelegde minimale brandstofverbruik resp. de minimale intervaltijd (dagen-limiet) één voor één terug worden gezet. Een serviceteller geeft het terugzetten van de Service-intervalmelding aan.

OPMERKING: De Serviceteller wordt op dit moment niet door de diagnose gebruikt.

Terugzetten van de afstandsafhankelijke inspectie met de S/R-toets:

  1. Contactslot in de stand ”0” (klem 15 en klem R UIT)
  2. S/R-toets indrukken en vasthouden
  3. Contactsleutel in stand ”1” draaien (klem R AAN)
    Melding: Testfunctie
  4. Opnieuw indrukken van de toets > 5 seconden (overslaan van de testfuncties)
    Melding: Servicestatus SIA OILSERVICE of INSPECTION en aanduiding van de resterende afstand
    De afstandsafhankelijk inspectie wordt met ”Reset” aangegeven, als het gecodeerde minimale verbruik van 10 liter brandstof opgebruikt is en een terugstelling mogelijk is.
    Daarmee is het mogelijk om een door een abusievelijke terugstelling opgeslagen volgorde (olieservice, inspectie) te corrigeren, zonder te hoeven wachten tot 1/5 van de verbruikswaarde bij elkaar opgeteld is.
    De afstandsafhankelijke inspectie wordt zonder ”Reset” aangegeven, als het gecodeerde minimale verbruik niet bereikt is en geen terugstelling mogelijk is.
  5. Voor het uitvoeren van de ”Reset”, toets > 5 seconden indrukken.
    Melding: Servicestatus, ”Reset” knippert gedurende 5 seconden
  6. S/R-toets tijdens de knipperfase kort indrukken. Reset wordt uitgevoerd.
    Melding: De nieuwe status wordt gedurende 5 seconden aangegeven
    Als niet moet worden teruggesteld, de S/R-toets niet indrukken. Na 5 keer knipperen wordt de oude status gedurende 5 seconden aangegeven.
  7. Na het doorlopen van olieservice of inspectie wordt de status van de periodieke inspectie aangegeven.
  8. Als de periodieke inspectie niet gecodeerd is, wordt Eind SIA gedurende 2 seconden aangegeven

Terugzetten van de periodieke inspectie:

Opmerking:

  1. Bij een gecodeerde periodieke inspectie wordt de servicestatus aangegeven.
    De periodieke inspectie wordt met ”Reset” aangegeven, als de gecodeerde dagen-limiet bereikt is.
  2. S/R-toets voor het uitvoeren van de ”Reset” > 5 seconden ingedrukt houden.
    Melding: Servicestatus knippert
  3. S/R-toets tijdens de knipperfase kort indrukken. Reset wordt uitgevoerd.
    Melding: De nieuwe termijn wordt gedurende 5 seconden aangegeven
    Als niet moet worden teruggesteld, de S/R-toets niet indrukken. Na 5 keer knipperen wordt de oude termijn gedurende 5 seconden aangegeven. Vervolgens
    Melding: Einde SIA gedurende 2 seconden
  4. Als de dagen-limiet voor de Reset niet bereikt is, de S/R-toets kort indrukken.
    Melding: Einde SIA gedurende 2 seconden

Vervangen van het instrumentenpaneel

Het takenpakket van het instrumentenpaneel wordt door de in een permanent gegevensgeheugen opgeslagen codeergegevens bepaald. De codeergegevens blijven ook behouden als de voedingsspanning is losgemaakt. Bij het vervangen van het instrumentenpaneel moeten, afhankelijk van de redenen voor de vervanging, verschillende maatregelen worden uitgevoerd. De volgende vier gevallen geven de procedure aan.

Situatie 1: De regeleenheid-instrumentenpaneel is defect en de regeleenheid-lichtschakelcentrum (LSZ) is in orde

Maatregel

Resultaat

Opmerking

Instrumentenpaneel vervangen (nieuw onderdeel).

Bij ingeschakeld contact is het indicatiepunt geplaatst.

Het indicatiepunt wordt geplaatst omdat het chassisnummer in het lichtschakelcentrum en in het instrumentenpaneel verschillend is.

Instrumentenpaneel nieuw coderen

 

Instrumentenpaneel met de centrale codeersleutel coderen.

Chassisnummer in het instrumentenpaneel coderen.

 

Zo lang het chassisnummer niet in het instrumentenpaneel gecodeerd is, wordt nog in het instrumentenpaneel nog in het lichtschakelcentrum de kilometerteller bijgehouden (alleen de dagteller).

Contact uit- en weer inschakelen.

Het indicatiepunt dooft. Het instrumentenpaneel neemt van het lichtschakelcentrum de kilometerteller en de SIA-gegevens over.

De informatie-uitwisseling tussen de instrumentenpaneel-regeleenheid en de lichtschakelcentrum-regeleenheid voor de gemeenschappelijke gegevensopslag (SIA-gegevens, totaal afgelegde afstand, chassisnummer, enz.) is nu weer in orde.

Situatie 2: De regeleenheid-instrumentenpaneel is in orde en de regeleenheid-lichtschakelcentrum (LSZ) is defect

Maatregel

Resultaat

Opmerking

Lichtschakelcentrum vervangen (nieuw onderdeel).

Bij ingeschakeld contact is het indicatiepunt geplaatst.

Het indicatiepunt wordt geplaatst omdat het chassisnummer in het lichtschakelcentrum en in het instrumentenpaneel verschillend is.

Lichtschakelcentrum nieuw coderen.

 

Lichtschakelcentrum met de centrale codeersleutel coderen.

Chassisnummer in het lichtschakelcentrum coderen.

 

Zo lang het chassisnummer niet in het lichtschakelcentrum gecodeerd is, wordt in het lichtschakelcentrum niet de kilometerteller bijgehouden.

Contact uit- en weer inschakelen.

Het indicatiepunt dooft. Het lichtschakelcentrum neemt de stand van de kilometerteller en de SIA-gegevens van het instrumentenpaneel over.

De informatie-uitwisseling tussen de instrumentenpaneel-regeleenheid en de lichtschakelcentrum-regeleenheid voor de gemeenschappelijke gegevensopslag (SIA-gegevens, totaal afgelegde afstand, chassisnummer, enz.) is nu weer in orde.

Situatie 3: De regeleenheid-instrumentenpaneel en de regeleenheid-lichtschakelcentrum (LSZ) moeten worden vervangen

Opmerking:

Maatregel

Resultaat

Opmerking

Instrumentenpaneel en lichtschakelcentrum bij losgetrokken accuklemmen vervangen (nieuw onderdeel).

Bij ingeschakeld contact is het indicatiepunt geplaatst. De totale afgelegde afstand (kilometerstand) is nul.

De bestaande totaal afgelegde afstand (kilometerstand) is onherstelbaar verloren.

Instrumentenpaneel en lichtschakelcentrum nieuw coderen.

 

Instrumentenpaneel en lichtschakelcentrum met de centrale codeersleutel coderen.

Chassisnummer in het instrumentenpaneel en in het lichtschakelcentrum coderen.

 

Zo lang het chassisnummer niet gecodeerd is, wordt in het instrumentenpaneel en in het lichtschakelcentrum de totaal afgelegde afstand bijgehouden.

Contact uit- en weer inschakelen.

Het indicatiepunt dooft. Het lichtschakelcentrum neemt de stand van de kilometerteller en de SIA-gegevens van het instrumentenpaneel over.

De informatie-uitwisseling tussen de instrumentenpaneel-regeleenheid en de lichtschakelcentrum-regeleenheid voor de gemeenschappelijke gegevensopslag (SIA-gegevens, totaal afgelegde afstand, chassisnummer, enz.) is nu weer in orde.

Situatie 4: De regeleenheid-instrumentenpaneel of de regeleenheid-lichtschakelcentrum (LSZ) als proef vervangen

Opmerking: Het bij wijze van proef omwisselen van één van beide regeleenheden is weliswaar in principe mogelijk, maar moet als het kan toch worden vermeden.

Maatregel

Resultaat

Opmerking

Als proef de instrumentenpaneel-regeleenheid of lichtschakelcentrum-regeleenheid uit een andere auto inbouwen.

Bij ingeschakeld contact is het indicatiepunt geplaatst. Het instrumentenpaneel telt de totale afstand verder.

Zo lang het chassisnummer verschillend is, wordt de de totaal afgelegde afstand alleen in het instrumentenpaneel bijgehouden. Er vindt geen vergelijking van de totaal afgelegde afstand plaats met het lichtschakelcentrum.

OPMERKING: Het gelijktijdig vervangen van het instrumentenpaneel en het lichtschakelcentrum (LSZ) moet worden vermeden. De stand van de kilometerteller gaat verloren.

Car- en Key-memory.

Aangeven van de Car-memoryfuncties:

Car Memory

Instelling

Verklaring

Verbruik

l/100 km mpg (UK) mpg (US) km/l

Na een wijziging van de eenhedenweergave moet de klok opnieuw worden ingesteld

Afstand

km mls

 

Tijd

12 h 24 h

In de 12-h-modus verschijnt nog AM/PM

Temperatuur

Graden Celsius Graden Fahrenheit

 

Basisafstelling temperatuurwaarschuwing

actief/niet actief

Actief zodra de buitentemperatuur lager is dan circa + 3°C. wordt de akoestische temperatuurwaarschuwing gegeven en wordt de buitentemperatuur gedurende enkele seconden knipperend weergegeven. Daarna wordt automatisch naar de voorgaande weergave omgeschakeld.

Niet actief: als de buitentemperatuur lager wordt dan circa +3°C, treedt de akoestische temperatuurwaarschuwing in werking. De buitentemperatuur wordt continu aangegeven. Door het bedienen van de axiale toets in de richtingaanwijzerschakelaar (LSS) wordt naar de vorige weergave omgeschakeld (gemiddeld verbruik).

 

Aanwijzingen voor de service

Exportuitvoering

Bij auto's voor de USA, Canada en Japan wordt bij de SIA alleen de resterende afstand aangegeven. De codering van de periodieke inspectie is afgesloten, het kloksymbool verschijnt niet.

Diagnose

Bij de E85 wordt voor de diagnosecommunicatie (diagnose-aansluiting 2) als diagnosetaal DS2 toegepast. Om ervoor te zorgen dat ook regeleenheden kunnen worden gebruikt die voor de diagnose de KWP2000 (Key Word Protocol 2000) gebruiken, is er in de E85 de KWP2000*.

De KWP2000 is een door de automobilindustrie gestandaardiseerd protocol voor de diagnose.

Bij de KWP2000* is de KWP2000 in de diagrammen van de DS2 geïntegreerd.

Telegram

KWP2000*

Telegraminhoud

DS2

KWP2000

DS2