Coupés hebben grotere portieren.
Door de verder naar achteren geplaatste B-stijl zijn
de gordels slechter bereikbaar dan bij Sedans.
bij het
omgespen van de gordel zouden onergonomische lichaamsverdraaiingen nodig zijn. In de USA leidde dat bij enquetes tot negatieve
beoordelingen door de klanten.
BMW introduceert in de E92 standaard een gordelbrenger.
Voordeel: gunstiger en gemakkelijker pakken van de gordel.
De gordelbrenger aan passagierszijde wordt alleen aangestuurd,
wanneer de stoel bezet is.
Deze functie biedt een
concurrentievoordeel.
De volgende componenten van de gordelbrenger worden beschreven:
In ingeschoven toestand is de gordelbrenger onzichtbaar
in de zijbekleding geïntegreerd. ierbij past hij harmonieus in het design van het interieur. De gordelbrenger bestaat uit de volgende
componenten:
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
---|---|---|---|
1 |
Arm van de gordelbrenger |
2 |
Houder |
3 |
Aandrijving met overbrenging |
4 |
Houder |
De gordelbrenger schuift maximaal 350 mm uit. Het uitschuiven en het inschuiven duurt minder dan 2 seconden.
De regeleenheid gordelbrenger stuurt de aandrijving van de gordelbrenger
aan. De stand van de aandrijving wordt door een Hallsensor in de aandrijving
aan de regeleenheid gordelbrenger teruggemeld.
De
eindpositie van de uitgeschoven gordelbrenger wordt door een tweede Hallsensor geregistreerd. De eindpositie wordt aan de regeleenheid gordelbrenger
doorgegeven.
Beide signalen stuurt de regeleenheid gordelbrenger via
de LIN-bus aan de beenruimtemoduul (FRM).
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
---|---|---|---|
1 |
Beenruimtemoduul (FRM) |
2 |
Regeleenheid gordelbrenger |
3 |
Aandrijving met Hallsensor en Hallsensor voor eindpositie |
4 |
Junction-Box-Elektronica (JBE) |
5 |
Aandrijving met Hallsensor en Hallsensor voor eindpositie |
6 |
Regeleenheid gordelbrenger |
LIN |
Local Interconnect Network-bus |
Klem 30g |
Klem 30 geschakeld |
Klem 31 |
Klem 31 |
|
|
De Gordelslotcontacten, vóór, herkennen, of de gordel in het gordelslot gestoken is. Dit signaal wordt ontvangen door het meervoudig veiligheidssysteem (MRS).
De stoelbezettingsherkenning aan passagierszijde herkent, of de stoel bezet is. Het CAS verzorgen de stoelbezettingsherkenning met klem R.
De volgende regeleenheden nemen deel aan de werking van de gordelbrenger:
De beenruimtemoduul (FRM) stuurt de beide regeleenheden gordelbrenger voor de bestuurders- en passagierszijde aan. De regeleenheden gordelbrenger zijn via een LIN-bus op de beenruimtemoduul aangesloten. In de beenruimtemoduul bevindt zich de software voor de aansturing.
Op het meervoudig-veiligheidssysteem (MRS) zijn de gordelslotcontacten aan bestuurders- en passagierszijde aangesloten. De MRS-regeleenheid is via het carrosserie-CAN met de FRM verbonden. De MRS-regeleenheid geeft de signalen van de gordelslotcontact door.
Het Car Access System (CAS) is de hoofdregeleenheid
voor de klemmensturing.
Het CAS stuurt de klemmenstatus
over de bus.
Bovendien detecteert het CAS de stoelbezettingsherkenning
aan passagierszijde bij klem R.
De relais-/zekeringhouder vormt samen met de Junction-Box-Elektronica
de Junction Box. De relais-/zekeringhouder voorziet de regeleenheid gordelbrenger
van klem 30g.
De volgende systeemfuncties zijn voor de gordelbrenger beschreven:
De gordelbrenger aan bestuurderszijde wordt volgens de volgende
logica uitgeschoven:
Uitgangstoestand |
Actie |
Werking |
---|---|---|
Klem 30, bestuurdersportier gesloten, gordelslotcontact open, gordelbrenger ingeschoven, bestuurdersportier geopend of gesloten sinds laatste maal ontgrendelen, afstandsbediening in de auto bij Comfort Access |
Klemwisseling van 30 naar R. |
Gordelbrenger bestuurderszijde schuift uit |
Klemwisseling van R naar 15. |
||
Klem R of 15, bestuurdersportier open, gordelslotcontact open, gordelbrenger ingeschoven, afstandsbediening in de auto bij Comfort Access |
Bestuurdersportier sluiten |
Gordelbrenger bestuurderszijde schuift uit |
De gordelbrenger aan passagierszijde wordt volgens de volgende
logica uitgeschoven:
Uitgangstoestand |
Actie |
Werking |
---|---|---|
Klem 30, passagiersportier gesloten, gordelslotcontact open, gordelbrenger ingeschoven, passagiersportier geopend of gesloten sinds laatste maal ontgrendelen, afstandsbediening in de auto bij Comfort Access |
Klemwisseling van 30 naar R. |
Gordelbrenger passagierszijde schuift uit |
Klem R, passagiersportier gesloten, gordelsotcontact open, gordelbrenger ingeschoven, passagiersportier geopend of gesloten sinds laatste maal ontgrendelen, passagiersstoel als bezet herkend of tijd korter dan 10 seconden na klem R AAN, afstandsbediening in de auto bij Comfort Access |
Klemwisseling van R naar 15. |
Gordelbrenger passagierszijde schuift uit |
Klem R of 15, passagiersportier gesloten, gordelslotcontact open, gordelbrenger ingeschoven, passagiersportier geopend of gesloten sinds laatste maal ontgrendelen, passagiersstoel als bezet herkend of tijd korter dan 10 seconden na klem R AAN, afstandsbediening in de auto bij Comfort Access |
Portier sluiten |
Gordelbrenger passagierszijde schuift uit |
De gordelbrengers aan bestuurderszijde en passagierszijde worden volgens de volgende logica ingeschoven:
Uitgangstoestand |
Actie |
Werking |
---|---|---|
Gordelbrenger uitgeschoven, portier gesloten |
Gordelsotcontact sluiten |
Gordelbrenger schuift in |
Rijsnelheid hoger dan 7 km/h |
||
Gordelbrenger langer dan 60 seconden in uitgeschoven positie |
||
Portier openen |
||
mechanische blokkering |
||
Gordelbrenger uitgeschoven, portier gesloten, klem R |
Klemwisseling van R naar 30. |
Gordelbrenger schuift in |
De gordelbrenger aan passagierszijde wordt bovendien volgens de volgende logica ingeschoven:
Uitgangstoestand |
Actie |
Werking |
---|---|---|
Gordelbrenger uitgeschoven, portier gesloten, klem R of 15, stoel vrij |
Tijd gelijk aan 10 seconden na klem R AAN |
Gordelbrenger passagier schuift in, signaalwisseling passagiersportier wordt gewist |
Als blokkeerbeveiliging bij het uitschuiven gaat de gordelbrenger
20 mm terug bij een hindernis. De Hallsensor in de aandrijving
voert de blokkeerherkenning van de gordelbrenger uit.
Het
vooste deel van de gordelbrenger klapt als blokkeerbeveiliging bij het inschuiven mechanisch om.
De aandrijving van de gordelbrenger heeft een beveiliging tegen oververhitting. Na herhaaldelijke aansturing van de aandrijving wordt de beveiliging tegen oververhitting geactiveerd.
Een spanning hoger dan 16 volt
wordt als te hoge spanning herkend.
Een spanning lager
dan 9 volt wordt als te lage spanning herkend.
In beide
gevallen wordt de gordelbrenger niet aangestuurd.
Opmerking: Blokkeerbeveiliging bij het inschuiven van de gordelbrenger!
Het voorste deel van de gordelbrenger klapt als blokkeerbeveiliging bij het inschuiven mechanisch om. Er is geen storing.
Opmerking: Gordelbrengercontroller met 2 massa-aansluitingen!
Voor de bepaling van de inbouwlocatie heeft de gordelbrengercontroller
aan passagierszijde heeft een extra codering-spin.
Aan de coderings-pin ligt klem 31.
In plaats van de stoelbezettingsherkenning is op het meervoudig veiligheidssysteem
(MRS) de stoelbezettingsmat passagier US aangesloten.
Drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen voorbehouden.