De nokkenassensor detecteert de stand van de nokkenas met behulp van een op de nokkenas bevestigde plaatstalen krans met verschillende uitsparingen. Deze werkt volgens het Hall-effect.
Hall-effect
Door een permanente magneet in de sensor wordt een magneetveld opgewekt. In dit magneetveld bevindt zich een geleider waar stroom doorloopt. In deze geleider ontstaat loodrecht t.o.v. de stroom en loodrecht t.o.v. het magneetveld een elektrische spanning die afhankelijk is van de sterkte van het magneetveld. Door de voor de sensor langsdraaiende nokkenassensorkrans met de uitsparingen wordt het magneetveld in de sensor gewijzigd. Via de spanning van de sensor kunnen de tanden en de uitsparingen van de sensortandkrans worden gedetecteerd.
Toepassing van de nokkenassensor
Deze is voor het invoeren van de volledige sequentiële inspuiting (inspuiting voor elke cilinder afzonderlijk optimaal t.o.v. het ontstekingstijdstip) nodig
De variabele nokkenastiming heeft voor de verstelling een terugmelding van de actuele stand van de nokkenas nodig.