Deze sensor is in de regeleenheid als afzonderlijk onderdeel op een printplaat aangebracht. In de motorregeleenheid wordt gecontroleerd of de toelaatbare grenswaarden worden aangehouden.
Als de atmosferische druk buiten het verwachte bereik ligt, wordt een storingscode in het geheugen opgeslagen. De motorregeleenheid heeft informatie ten aanzien van de atmosferische druk nodig voor de berekening van de mengselsamenstelling. De omgevingsdruk daalt met toenemende hoogte boven de zeespiegel.