Luchtmassasysteemtest dieselmotoren
Luchtmassasysteem
Het luchtmassasysteem bestaat uit diverse componenten die onder alle bedrijfsomstandigheden zorgen voor een optimale luchttoevoer naar de motor. Defecten aan deze componenten veroorzaken storingen zoals vermogensverlies, zwarte rook etc.
Met deze systeemtest worden alle onderdelen van het luchtmassasysteem gecontroleerd en is het mogelijk de oorzaak van de storing tot de defecte componentgroep(en) te beperken.
Componenten van het luchtmassasysteem
Het luchtmassasysteem bestaat uit:
- Vuldruksensor
- Temperatuursensor inlaatlucht
- Inlaatluchttemperatuursensor
- luchtmassameter
- Uitlaatgasrecirculatiesysteem bestaat uit de EGR-klep met positiesensor, de drukomvormer en de pneumatische en elektrische aansturing van de drukomvormer
- Vuldrukregelaar, omvat de turbocompressor met verstelling, elektrische aansturing van de vuldrukregelaar
- Wervelkleppen met elektrische steller (niet bij N47uL)
- Luchtfilter, luchtslangen, leidingen, inlaatluchtkoeler, uitlaatsysteem, etc.
Verloop van de test
- Er wordt gecontroleerd of de aangegeven waarde van de vuldruksensor aannemelijk is.
- Er wordt gecontroleerd of de inlaatluchttemperatuursensor en de vulluchttemperatuursensor plausibele waarden aangeven.
- De luchtmassameter wordt bij het afregeltoerental en bij stationair draaien door een vergelijking van de gemeten en een theoretisch berekende luchtmassa gecontroleerd (zie voor een gedetailleerde beschrijving de testmoduul en de functiebeschrijving ”luchtmassameter”).
Tegelijkertijd wordt ook gecontroleerd of het systeem de vuldruk snel en hoog genoeg opbouwt.
- De werking van het uitlaatgasrecirculatiesysteem en de vuldrukregeling/turbocompressor wordt gecontroleerd door middel van de volgende automatisch controle:
- Aansturen van de vuldrukregelaar met de minimale duty cycle
- Het trapsgewijs openen van de vuldrukregelaar, meten van de wijziging van de luchtmassa
- Sluiten van de uitlaatgasrecirculatieregelaar
- Aansturen van de vuldrukregelaar met de maximale duty cycle
- Het trapsgewijs openen van de vuldrukregelaar, meten van de wijziging van de luchtmassa
Voor deze controle wordt het stationaire toerental automatisch verhoogd.
- De gemeten luchtmassaveranderingen worden automatisch geëvalueerd. Zij worden zodanig met elkaar vergeleken, dat hieruit de werking van het uitlaatgasrecirculatiesysteem, de vuldrukregeling en de turbocompressor kunnen worden afgeleid.
Evaluatie van de controle
Het programma analyseert de controles automatisch en geeft de procedure aan die voor een eventueel volgende storingsdiagnose nodig is.
Attentie: Als voor de luchtmassameter en tevens voor een andere componentengroep onjuiste meetwaarden worden aangegeven, dan is de storing van de luchtmassameter mogelijk het gevolg van een andere storing. Daarom moet met het storingverhelpen bij de andere onderdelengroep begonnen worden. In twijfelgevallen moeten de smoorklep en de wervelkleppen op hun werking worden gecontroleerd.
Vervolgens moet de luchtmassasysteemtest herhaald worden, om de luchtmassameter nogmaals te controleren.
Geanalyseerde en aangegeven meetwaarden
De gemeten vuldrukwaarden worden eveneens aangegeven.
Invloed van de wervelkleppen
Niet goed werkende wervelkleppen hebben slechts een zeer beperkt gevolg voor de systeemtest van de luchtmassameting.
Een storing aan de wervelkleppen kan echter wel tot storingsmeldingen in het storingsgeheugen m.b.t. de aannemelijkheid van de luchtmassa tot gevolg hebben.
Voor het rijden heeft een storing in de werking van de wervelkleppen de onderstaande gevolgen:
- Wervelkleppen klemmen in gesloten stand: te weinig vermogen bij hoge toerentallen
- Wervelkleppen klemmen in geopende stand: Verslechtering van de uitlaatemissies
Voorwaarden voor de luchtmassasysteemtest
Om te garanderen dat de luchtmassasysteemtest een betrouwbaar resultaat levert, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- De motor moet op bedrijfstemperatuur zijn
- Alle extra verbruikers zoals bijv. de airconditioning of stoelverwarming moeten uitgeschakeld zijn.
- In het DDE-storingsgeheugen mogen geen elektrische storingen voor de volgende systemen zijn opgeslagen:
- luchtmassameter
- regelaar uitlaatgasrecirculatie
- vuldrukregelaar
- Vuldruksensor
- Temperatuursensor inlaatlucht
- Inlaatluchttemperatuursensor
- omgevingsdruksensor
- Gasklep
- Wervelkleppen
- Inlaatluchtsysteem en luchtfilter moeten in orde zijn
- Smoorklep en wervelkleppen moeten correct werken