Motor-start-stop-automaat

Motor-start-stop-automaat

De nieuwe functie van de motor-start-stop-automaat (MSA) is een basisonderdeel van het maatregelpakket voor de reductie van de CO2-uitstoot. De reductie van het brandstofverbruik wordt door geautomatiseerd uitschakelen van de motor bij stilstaande auto gerealiseerd. Het opnieuw starten geschiedt eveneens geautomatiseerd, zodra de betreffende inschakelvoorwaarden gelden.

De MSA wordt geïntroduceerd in de 1 Serie, 3 Serie en MINI in combinatie met handgeschakelde versnellingsbak en viercilindermotoren.

 

MSA-functie, principe

De MSA zorgt voor een geautomatiseerd uitschakelen van de motor tijdens het rijden, want de auto stil komt te staan en aan enkele wezenlijke voorwaarden wordt voldaan, die dit uitschakelen mogelijk maken. Er bestaan circa twintig van deze voorwaarden (zgn. uitschakelvertrager), zoals:.

Net als dit uitschakelen wordt de motor automatisch opnieuw gestart, zodra de koppeling weer wordt bediend.

Voorbeeldscenario: Uitschakelen van de motor bij stilstand bij rood verkeerslicht of stop-and-go verkeer.

GR_FB1306002

Index

Verklaring

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Auto rijdt

2

Versnelling is ingeschakeld.
Het gaspedaal is bediend.

3

De motor draait.
In het instrumentenpaneel worden tijd en temperatuur weergegeven.

4

De bestuurder remt tot de auto stilstaat.

5

De bestuurder schakelt de neutraalstand een en laat het koppelingspedaal los.

6

De motor gaat uit.
In het instrumentenpaneel verschijnt het symbool
<Start/Stopp>.

7

De bestuurder wil weer gaan rijden.

8

De bestuurder bedient het koppelingspedaal.
De motor springt aan.

9

De versnelling kan worden ingeschakeld en er kan weer worden weggereden.
Het symbool
<Start/Stopp> dooft.

Attentie!

Het volautomatisch starten van de motor bij auto's met MSA kan ook plaatsvinden wanneer de bestuurder geen enkele actie uitvoert. Irritaties en klachten van de klant, die hierop berusten zijn geen storingen maar standaard! Situaties waarin de motor volautomatisch zonder invloed van de bestuurder start zijn bijvoorbeeld:

Beknopte beschrijving van het onderdeel

De functie MSA bevindt zich in de motorelektronica (DME/DDE). Voor de MSA-functie wordt informatie van de bussystemen gebruikt. Bovendien zijn andere componenten nodig. De volgende onderdelen van de MSA worden beschreven:

Systeemschema

GR_FB1306001

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Remvacuümsensor

2

Neutraalstandsensor

3

Motorregeleenheid (DME/DDE)

4

DC/DC-omvormer

5

Ingang/uitgang van de DC/DC-omvormer naar de relais-/zekeringhouder

6

Relais-/zekeringhouder (Junction Box)

7

Koppeldoos elektronica

8

Intelligente accusensor (IBS) op pluspool van de accu

9

Schakelcentrum middenconsole met MSA-toets

10

Geïntegreerde automatische verwarming/airconditioning

11

Instrumentenpaneel

12

Koppelingsschakelaar

13

Contactschakelaar motorkap

14

Car Access System

15

Startmotor

 

 

 

Neutraalstandsensor

De neutraalstandsensor is bovenop het versnellingsbakhuis gemonteerd en heeft de taak, de neutraalstand van de versnellingsbak herkennen.

Remvacuümsensor

Om in iedere situatie een toereikende vacuüm-rembekrachtiging te waarborgen, is de rembekrachtiger met een vacuümsensor uitgerust.
De remvacuümsensor bevindt zich naast de rembekrachtiger en is via een aparte leiding aangesloten.

Attentie!

Bij een te laag remvacuüm start de MSA ook zonder activiteit van de bestuurder. te weinig remvacuüm kan tot veiligheidsrisico's bij het remmen leiden. Om dit te voorkomen wordt de motor gestart.

MSA-toets

Via de MSA-toets (MSA OFF) OP HET schakelcentrum middenconsole kan de MSA-functie worden gedeactiveerd. Bij Iedere klemmenwissel <klem 15 AAN> of herhaalde bediening van de MSA-toets wordt de MSA weer geactiveerd.

Koppelingsschakelaar

Het signaal van de aanwezige koppelingschakelaar wordt als ingaande waarde voor de MSA gebruikt, om de koppelingsbediening te herkennen.

Contactschakelaar motorkap

De motorkapcontactschakelaar wordt als ingaande waarde meegenomen in de berekening van de MSA. Is de motorkap geopend, dan mag de motor om veiligheidsredenen niet door de MSA-functie worden gestart of uitgeschakeld.

Attentie!

Bij defecte motorkapcontactschakelaar wordt de MSA-functie onderdrukt.
Bij omhooggetrokken motorkapcontactschakelaar, wordt het signaal <schakelaar dicht> uitgegeven. De MSA-functie is actief en De motor kan automatisch worden gestart.

Gordelslotschakelaar (bestuurder)

Via de gordelslotschakelaar kan de MSA herkennen dat de bestuurder de gordel draagt. Als de bestuurder de gordel niet draagt, reageert de MSA als volgt:

DC/DC-omvormer

Door het vaker starten ontstaan vaak spanningsdalingen in het boordnet. Om de voedingsspanning voor bepaalde spanningsgevoelige elektrische componenten te stabiliseren en deze componenten zo te beschermen, wordt in combinatie met de MSA een DC/DC-omvormer toegepast.
De DC/DC-omvormer verzorgt de beide relais <klem 30g_DC/DC> en <klem 30g-f_DC/DC> met een spanning die ook tijdens het starten constant blijft.

De DC/DC-omvormer is in de E-box in de motorruimte gemonteerd.

Via de meetdraad ingangsspanning en klem 50 bepaalt de elektronica of de spanningsvoorziening via de bypass of via de DC/DC-omvormer moet plaatsvinden.
In de bypass-modus wordt de boordnetspanning niet via de DC/DC-omvormer geleid, maar direct op de uitgangen doorgegeven. In de boost-modus vindt een aanpassing van de boordnetspanning plaats.

AGM-accu

De MSA wordt in ieder geval altijd geleverd met de intelligente dynamoregeling. Op basis van de veel vaker optredende Laad- en ontlaadcycli is de belasting voor de accu zeer hoog. AGM-accu's bieden op basis van hun cyclusbestendigheid de mogelijkheid, ondanks de hoge belasting een even lange levensduur te bereiken.

Attentie!

Er moet in ieder geval een AGM-accu worden gemonteerd en in de auto worden geregistreerd, opdat de functie MSA probleemloos werkt.

Systeemfuncties

De volgende systeemfuncties van de MSA worden beschreven:

Activeren, deactiveren en bedrijfsomstandigheden van de MSA

Na iedere motorstart is de functie automatisch actief en paraat. Via de MSA-toets (schakelcentrum middenconsole) kan de functie tot de volgende klemmenwissel handmatig worden gedeactiveerd. De ingedrukte toets wordt door een oplichtende LED.
Permanent deactiveren van de functie is alleen in extreme uitzonderingen toegestaan (codering d.m.v. Progman: MSA-toets, memoryfunctie van de IHKA).

tijdens de diagnosesessies wordt de MSA-functie om veiligheidsredenen tijdelijk (tot de volgende klemmenwissel) gedeactiveerd om te voorkomen, dat bij werkzaamheden in de motorruimte de mogelijkheid van een automatische motorstart bestaat. De status van een tijdelijke deactivering kan in de regeleenheidfunctie altijd worden uitgelezen <Herkennen deactivering MSA>. Verder kan de status van de niet-/herkenning van een MSA-auto in de regeleenheidfunctie door <Montage controle MSA> alsmede <Status codering MSA> worden uitgelezen.

Attentie!

Omwille van de persoonlijke veiligheid moet voor werkzaamheden in de motorruimte altijd worden vastgesteld, dat de motor-start-stop-functie gedeactiveerd is!

Bedrijfsvoorwaarden

De functie MSA is alleen onder bepaalde voorwaarden mogelijk. De motor wordt uitgeschakeld wanneer:

Een MSA-stop wordt verhinderd wanneer omgevingsinvloeden en auto-omstandigheden dit vragen. De volgende uitschakelverhinderaars zijn bijvoorbeeld mogelijk:

GR_FB1306003

Index

Verklaring

1

De bestuurder remt tot de auto stilstaat.

2

De bestuurder schakelt de neutraalstand een en laat het koppelingspedaal los.

3

De motor blijft draaien. Er is een uitschakelverhinderaar geldig.

De software-interne strategie van de MSA-functie stuurt de volgende acties aan:

De bestuurder ontvangt informatie over de actuele toestand via overeenkomstige meldingen in het display van het instrumentenpaneel.

Actuele EA, EV, AA AV en deactiveerders alsmede algemene statusinformatie kunnen door de servicefunctie <Systeemcheck MSA> worden uitgelezen. Het uitlezen van een historie van de laatst opgeslagen uitschakelverhinderaar is mogelijk via de servicefunctie <AV-geheugen uitlezen>. Daardoor kunnen voorgaande klachten van de klant worden geverifieerd.

meldingen in combinatie met de MSA

Als terugmelding voor de bestuurder dient een nieuwe controlelamp voor de MSA in het instrumentenpaneel.

GR_FB1306004

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

MSA heeft de motor automatisch afgezet.

2

MSA-storing.
MSA wordt gedeactiveerd en een Check-Control-melding wordt weergegeven.

3

MSA gedeactiveerd.

 

 

De Check-Control-meldingen verschijnen pas wanneer er systeemfouten (met of zonder noodzaak tot vervanging van componenten) actief zijn of wanneer softwarematige deactiveringen zijn uitgevoerd.
Overeenkomstig uitleesmogelijkheden zijn via de servicefuncties <Systeemcheck MSA> alsmede <Lezen AV-geheugen> beschikbaar.
Verdere servicefuncties dienen de aanvullende aannemelijkheidscontrole en controle van de functie (uitzondering: Inleren/schrijven neutraalstandsensor).

Powermanagement

De toestand van de accu, die in het Advanced Power Management (APM) wordt berekend, is een wezenlijke invloedsfactor van de MSA. Doel is een betrouwbare start van de verbrandingsmotor na een bepaalde tijd van stilstand vanuit het boordnet mogelijk te maken.
Het APM controleert de volgende gegevens: Acculaadtoestand, accutemperatuur, spanningsdaling bij het starten van de motor, stroombehoefte van de ingeschakelde verbruikers. De uitkomst van de berekening kan een uitschakelverhinderaar resp. inschakelcommando voor de MSA zijn.

Bij een motorstop moet overmatig stroomverbruik worden vermeden. Daarom worden bij klem 15 AAN en motor UIT door het APM alle grotere verbruikers uitgeschakeld of in verbruik beperkt. De meldingen/controlelampjes blijven actief.
Het betreft de volgende verbruikers:

Attentie!

Als de acculaadtoestand na een MSA-motorstop onder een bepaalde waarde daalt, dan start de MSA de motor ook zonder actie van de bestuurder.

Aanwijzing voor de service

Algemene aanwijzing

De MSA werkt alleen onder bepaalde voorwaarden (zie bedrijfsomstandigheden). Bij klachten over condens moeten deze voorwaarden altijd worden gecontroleerd.

Automatische uitschakeling van klem 15 vanaf 03/2007 bij auto's met motor-start-stop-automaat (MSA - SU 1CC).

Door het openen of sluiten van het bestuurdersportier wordt klem 15 automatisch via het signaal van het portiercontact uitgeschakeld.
Door het aansluitend indrukken van de START-STOP-toets kan klem 15 weer permanent worden ingeschakeld.
Deze procedure vóór de programmering of diagnose van een auto uitvoeren!

Vervangen van de neutraalstandsensor op de versnellingsbak

De vervanging van de transmissie-neutraalstandsensor mag uitsluitend volgens de aanwijzing in de handleiding van de servicefunctie <Inleren/schrijven neutraalstandsensor> plaatsvinden, omdat zonder correcte montage van de sensor de werking niet actief resp. defect is.
Bovendien moet deze servicefunctie na het programmeren van de motorregeleenheid worden uitgevoerd, omdat de geleerde waarde na actuele omzetting vluchtig in de motorregeleenheid wordt opgeslagen.

Veiligheidsmaatregelen bij werkzaamheden aan MSA-auto's beslist in acht nemen!

Voor praktische werkzaamheden aan de motor altijd verifiëren dat de MSA-functie is uitgeschakeld, om een automatische motorstart tijdens de werkzaamheden in de motorruimte te voorkomen!

MSA-storing

Opgeslagen storingen van het MSA-systeem leiden altijd tot deactiveren van de Motor-Start-stop--automaat.

MSA en powermanagement

De MSA-functie werkt nauw samen met het Powermanagement. Bij het vervangen van de accu, het loskoppelen van de accu of na programmeren van het motormanagement kunnen de gegevens over acculaadtoestand en accutoestand verloren gaan.
Pas na een ruststroommeting van circa 6 uur (bijv. ruststroommeting ”'s nachts”), waarin de auto niet mag worden gewekt, staan deze waarden weer ter beschikking. In deze inleertijd is de MSA-functie niet actief.
Dit moet bij de overdracht van de auto aan de klant worden gemeld. De MSA-functie schakelt automatisch weer actief zodra de noodzakelijke routines succesvol zijn afgerond.

Diagnose-aanwijzing

De volgende testmodules voor de controle van componenten zijn beschikbaar:

Met de servicefunctie <Lezen AV-geheugen> kan de historie van de laatst opgeslagen uitschakelverhinderaars worden uitgelezen.