De sensoren op de ingaande en de uitgaande assen zijn Hallsensoren. Beide sensoren bevinden zich op het bovenste schakelhuis. Ze zijn via een draadbundel en een stekker met de EGS-regeleenheid verbonden.
Beide sensoren worden door de transmissieregeling voorzien van een spanning van 8,3 - 9,3 V.
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
---|---|---|---|
1 |
Hydraulische eenheid (hydraulisch schuivenhuis) |
2 |
Elektronicamoduul |
3 |
Stekker |
4 |
Toerentalsensor uitgaande as |
5 |
Sensor ingaand toerental |
|
|
Met de Hallsensor wordt het toerental van de ingaande as (turbine-as) van de transmissie gemeten. De EGS-regeleenheid vergelijkt het toerental ingaande as en het toerental uitgaande as met elkaar en berekent daaruit schakeltijd van de koppeling. De EGS-regeleenheid past de zuigerdruk op de koppelingen overeenkomstig aan, om bijv. verschillen in de koppelingvoering te compenseren en hoogte-aanpassingen uit te voeren.
Het toerental uitgaande as is proportioneel aan de rijsnelheid en wordt door de hallsensor op de flens op de uitgaande as van de transmissie gemeten. De EGS-regeleenheid ontvangt het toerental en berekent samen met de belastingssignalen de benodigde schakeling.
De sensoren voor de ingaande en uitgaande toerentallen vormen een eenheid met draadbundel en stekker. Deze eenheid kan apart vervangen worden.
Relevante sensorstoring
In de betreffende testmoduul worden de volgende storingen behandeld:
Drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen voorbehouden.