Buitenverlichting

Buitenverlichting

Met de start van de serieproductie van de BMW 3-serie Coupé (E92) worden nieuwe functie voor de buitenverlichting geïntroduceerd. De Bi-Xenon koplampen zijn standaard.

Opmerking: SU 524 alleen in combinatie met SU 522.

De SU 524 ”Adaptieve koplampen” wordt alleen in combinatie met SU 522 ”Xenon verlichting voor dim- en grootlicht” geleverd.
In de US-uitvoering is SU 524 standaard.

Voor de E92 zijn de volgende functies voor de buitenverlichting nieuw:

Opmerking: Bochtverlichting alleen in combinatie met SU 524.

De bochtverlichting is een onderdeel van SU 524 ”adaptieve koplampen”.

Beknopte beschrijving van het onderdeel

De volgende onderdelen voor de buitenverlichting worden beschreven:

Bi-xenonkoplamp

De Bi-Xenon koplampen zijn standaard. De Bi-Xenon koplampen liggen door de geringere bouwhoogte van de carrosserievorm van de Coupé in lijn met de vlakke motorkap.

GR_FB6306005

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Koplampen

2

Bochtverlichting

3

binnenste lichtring (parkeerlicht en verlichting overdag, verlicht)

4

buitenste lichtring (parkeerlicht en verlichting overdag, lichtgeleider)

5

Adaptieve koplampen en Bi-Xenon lamp als zwenkmoduul

6

Richtingaanwijzers

Met een ellipsoïde reflector en een 70-mm lens wordt het licht met een Xenon technologie van de nieuwste generatie tot stand gebracht. De zwenkmoduul is met behulp van een elektro-mechanische eenheid horizontaal (bochtverlichting) en verticaal (hoogteverstelling van de lichtbundel) verstelbaar.

De volgende regeleenheid stuur de nieuwe functies van de buitenverlichting aan:

FRM: Beenruimtemoduul

De beenruimtemoduul (FRM) stuurt alle functies van de buitenverlichting aan. De beenruimtemoduul is met 3 stekkerverbindingen op de wagen aangesloten. Twee 51-polige stekkers sluiten de hoofdkabelboom aan. Een tweede 26-polige stekker is voor de aansluiting op het instrumentenpaneel.

GR_FB6306001

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Beenruimtemoduul (FRM)

2

Stekker X14259, 26-polig

3

Stekker X14260, 51-polig

4

Stekker X14261, 51-polig

De lichtfuncties zijn in de beenruimtemoduul (FRM) geïntegreerd. Deze lichtfuncties zijn:

Systeemfuncties

De volgende systeemfuncties zijn voor de buitenverlichting beschreven:

Bochtverlichting

Het dimlicht is aan de adaptieve koplampen gekoppeld (SU 524). De bochtverlichting verhoogt de passieve en actieve veiligheid bij nacht. Bij het afslaan of bij scherpe bochten (serpentines) wordt het gebied naast de rijbaan ook verlicht. Ook bij het inparkeren. Door de speciale vormgeving van het koplampglas wordt verblinding naar voren voorkomen.
Afhankelijk van het exportland wordt de bochtverlichting bij het nemen van bochten ingeschakeld.

Voorwaarden voor het inschakelen van de bochtverlichting zijn:

De beenruimtemoduul gebruikt voor het aansturen van de bochtverlichting de volgende signalen:

GR_FB6306002

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

afslaan naar links

2

afslaan naar rechts

Bij rijsnelheden hoger dan 70 km/h wordt de bochtverlichting niet meer ingeschakeld.

Bij het achteruitrijden schakelt de beenruimtemoduul de bochtverlichting tot een snelheid van 35 km/h in:

Bij ingeschakelde richtingaanwijzers:
bij stilstand wordt de bochtverlichting na ca. 4 seconden automatisch uitgeschakeld, bijv. tijdens het wachten voor een verkeerslicht. De bochtverlichting kan echter met behulp van de grootlichtschakelaar opnieuw worden ingeschakeld. (tot 3 maal), toe een bepaalde temperatuur bij de reflector wordt bereikt. Een temperatuurmodel beschermt de koplamp tegen een te hoge thermische belasting. Na een afkoelpauze kan de bochtverlichting opnieuw worden ingeschakeld.

De uitschakelvoorwaarden voor de bochtverlichting zijn afhankelijk van het exportland.

De koplamp met de bochtverlichting is een vaststaande, extra reflector met een H3 gloeilamp.

GR_FB6306004

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Bi-Xenon lamp

2

H8 gloeilamp voor parkeerlicht en verlichting overdag

3

H3 gloeilamp voor bochtverlichting

4

Reflector van bochtverlichting


Opmerking! Temperatuurbewaking door middel van temperatuurmodel!

Een temperatuurmodel in de beenruimtemoduul (FRM) berekent de temperatuur bij de reflector. De temperatuur bij de reflector mag een bepaalde waarde niet overschrijden. Wanneer een kritische temperatuur wordt bereikt, wordt de bochtverlichting uitgeschakeld. Na een afkoelpauze kan de bochtverlichting weer worden ingeschakeld.


Verlichting overdag

De verlichting overdag wordt net als de parkeerlichten uitsluitend met behulp van de beide lichtringen verzorgt. Door de verlichting overdag wordt de veiligheid verhoogd, omdat de wagen beter kan worden gezien. De lichtringen worden pulsbreedte gemoduleerd aangestuurd. Bij het inschakelen van het dimlicht wordt de verlichting overdag teruggebracht tot het niveau van het parkeerlicht.

GR_FB6306003

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Koplampen

2

binnenste lichtring (helder)

3

buitenste lichtring (niet zo helder)

 

 

Een centrale lichtbron voorziet via een in tweeën gedeelde reflector beide lichtringen. Via de ene reflector wordt de binnenste lichtring van licht voorzien. Via de andere reflector wordt het licht door 2 lichtgeleiders naar de buitenste lichtring geleid.

De beenruimtemoduul (FRM) stuurt via pulsbreedtemodulatie de centrale lichtbron aan. Daardoor wordt voor de verlichting overdag een hogere lichtintensiteit opgewekt dan voor parkeerlicht. Door de mogelijkheid te dimmen kunnen lichtfuncties met één enkele gloeilamp worden gerealiseerd.

De verlichting overdag kan via het centrale informatiedisplay (CID) in het menu ”Lichtinstellingen” worden uitgeschakeld. Bij wagens zonder CID kan de verlichting overdag via het instrumentenpaneel worden uitgeschakeld. Uitzondering zijn landen waarin verlichting overdag wettelijk is voorgeschreven.

Begroetingsverlichting

Het begroetingslicht is uitgebreid tot de buitenverlichting. Parallel met de binnenverlichting worden bij het ontgrendelen van de portieren aangestuurd:

Het begroetingslicht wordt alleen ingeschakeld, wanneer de lichtschakelaar in de stand automatisch of dimlicht staat. In stand 0 en 1 wordt het begroetingslicht niet ingeschakeld. Daarmee heeft de klant de mogelijkheid het begroetingslicht uit te schakelen.

Het begroetingslicht kan voor speelbescherming maximaal 5-maal (20 seconden) worden ingeschakeld.

De beenruimtemoduul (FRM) schakelt het begroetingslicht na ca. 20 seconden gedimd uit.

De inschakelduur van het begroetingslicht kan tot maximaal 60 seconden worden verlengd. Daartoe moet bij ingeschakeld begroetingslicht de toets ”ontgrendelen” worden ingedrukt.

Aanwijzingen voor de service

Algemene aanwijzing

Voor de SU 522 ”Xenonlicht voor dim- en grootlicht” vervalt de SU 896 ”Verlichting overdag”.

Exportuitvoering

US-uitvoering

Adaptieve koplampen is standaard.

Drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen voorbehouden.