Bitseriële data-interface (BSD)

De bitseriële datapoort is een eendraads-gegevensbus met een gegevensoverdrachtssnelheid van 1,2 kBd.

De volgende onderdelen zijn via de bitseriële datapoort met de DME-/DDE-regeleenheid verbonden:

• Dynamo
  
• Intelligente accusensor (afhankelijk van de modellenserie)
  
• Gloeiregeleenheid (bij dieselmotoren, maar niet bij de DDE7)
  
• Elektrische koelvloeistofpomp (variantafhankelijk)
  
• Olietoestandsensor (variantafhankelijk)
  

Alleen DDE-regeleenheid: Elk via BSD verbonden onderdeel is met een eigen pin op de DDE-regeleenheid aangesloten. Deze pinnen zijn echter in de regeleenheid met elkaar verbonden.

Werking

De volgende gegevens worden tussen de DME/DDE en de aangesloten onderdelen uitgewisseld:

• Functie-eisen van de DME/DDE aan de onderdelen
  
• Identificatiegegevens van de onderdelen naar de DME/DDE
  
• Bedrijfswaarde van de onderdelen en hun werking naar de DME/DDE
  
• Storingsmeldingen van de onderdelen naar de DME/DDE
  

Diagnose

De DME/DDE controleert de communicatie via de bitseriële datapoort naar de aangesloten onderdelen. Daarmee worden ook draadstoringen opgemerkt.

De aangesloten onderdelen beschikken over een eigen diagnosefunctie en controleren daarmee het volgende:

• De uitgevoerde functies worden op storingen gecontroleerd (bijv. een defect gloeicircuit bij de voorgloeiregeleenheid)
  
• Interne storing in de onderdelen
  

Als een onderdeel een storing herkent, meldt het dit via de bitseriële datapoort aan de DME/DDE. De DME/DDE slaat de storing dan in het storingsgeheugen op.