Voor het oproepen van de servicemodus moet als volgt te werk worden gegaan
In de servicemodus van de radio kunnen de volgende functies worden opgeroepen en uitgevoerd:
Na het starten van de servicemodus wordt altijd eerst het serienummer weergegeven. Het serienummer is niet via de servicemodus instelbaar. Het serienummer is als volgt opgebouwd: Serienummer: AABBBBCDDDDDDD
Weergegeven worden de apparaatgegevens en de actuele softwarestand. De weergaven van de verschillende radio's kan verschillen. De softwarestand kan als volgt worden opgeroepen: XXX XX-XXX 4.25.1 (De laatste 4 posities geven de actuele softwarestand van de radio aan)
Weergegeven wordt de wijzigingsindex RI (Revision Index). De wijzigingsindex begint bij het begin van productie bij BMW/MINI. De RI wordt doorlopend genummerd. De weergave kan er als volgt uitzien: RI__29
De factor voor volumetoename bij stijgende snelheid. De waarde geeft aan, in welke mate het volume wordt verhoogd. De instelling wordt via de functietoetsen geselecteerd. De waarde kan tussen 1 en 6 variëren. Waarde 1 is een minimale verhoging. Waarde 6 is een maximale verhoging. De basisinstelling is modelafhankelijk tussen 2 en 3.
De geselecteerde antenne wordt weergeven. De standaardinstelling is AUTO. Met de toets zoekfunctie omhoog kunnen de antennes 1 t/m 4 worden gekozen. Voor deze functie moet de antenne-diversity zijn ingebouwd. Antenne 1 is de dakantenne, antenne 2 tot 4 zijn achterruitantennes. Bij het verlaten van het menu moet de standaardwaarde AUTO weer worden ingesteld.
Aangegeven worden de veldsterkte en de kwaliteit van de betreffende radiozender. Het aantal afzonderlijke posities kan afhankelijk van het gekozen frequentiebereik in lengte verschillen. De weergave is als volgt opgebouwd:
Aangegeven wordt, of een digitale sound-processor (DSP) is gemonteerd. DSP = 0, DSP niet ingebouwd (stereosysteem, HiFi-systeem) DSP = 1, DSP is ingebouwd (Top-HiFi-systeem) Weergegeven wordt ook het actueel ingestelde volume. De weergave kan van 0 t/m 63 variëren.
Aangegeven wordt de waarde, waarmee het volume wordt verhoogd. De waarden kunnen tussen -9 en +9 liggen. Bij een waarde van 0 wordt er tot fabrieksinstelling verhoogd. Bij een waarde tussen -9 en +9 is de verhoging overeenkomstig groter of kleiner.
Met deze functie kan het display worden getest. Met de functietoetsen kunnen verschillende testweergaves worden opgeroepen. (testbeeld, schaakbordpatroon) Voor het verlaten van dit menupunt de toets AAN/UIT indrukken.
In dit menu kunnen de ontvangstgebieden worden gekozen.
In dit menu kan de RDS-functie worden gekozen. De volgende instellingen zijn mogelijk:
In dit menu testomvangen weergegeven. Attentie: In dit menu geen wijzigingen uitvoeren. De standaardwaarde is Line Tool.
In dit menu kan de Key-memory worden gekozen. Is deze functie AAN, dan zijn de Car- en Key-memoryfuncties ook voor de radio geactiveerd.
Opmerking: Opslaan en beëindigen
Voor het verlaten van de servicemodus de radio uitschakelen. Alle instellingen in de betreffende menupunten worden bij het verlaten opgeslagen.