Controle van de capaciteit van de airconditioning
Controle van de capaciteit van de airconditioning (R134a)
64 50 ...
Voor de controle van het koelvermogen moet aan enkele voorwaarden zijn voldaan:
- Controle van het elektrische systeem door controle van het storingsgeheugen (geen storingen in storingsgeheugen).
- Gereedhouden van een thermometer met afzonderlijk weergave-element.
Een thermometer met afzonderlijk weergave-element circa 5 cm onder de hemelbekleding ter hoogte van de B-stijl positioneren. Het weergave-element uit het interieur naar buiten verplaatsen.
- De controle in een geschikt gedeelte van de werkplaats met een omgevingstemperatuur tussen 20 °C (68 °F) en 30 °C (86 °F) uitvoeren.
Interieur opwarmen:
- Airco-toets is bij het opwarmen niet geactiveerd
- Alle ruiten en portieren sluiten
- Luchtrecirculatiewerking instellen
- Luchtverdeling beenruimte en ontwasemen selecteren
- Maximale temperatuurinstelling
- Maximale aanjagerstand
- Motor met circa 2000/min laten draaien tot de bedrijfstemperatuur wordt bereikt, daarna met stationair toerental
Controle van de capaciteit van de airconditioning
Als het interieur een temperatuur van 50 °C (122 °F) heeft bereikt, de aircocompressor inschakelen. Na 3-4 minuten moet de temperatuur bij de verdampertemperatuursensor ≤ 15 °C (59 °F) bedragen.