Sleutelnummer en personaliseringsnummer

Het Car-Access-System (CAS) heeft voor elke bij de auto behorende afstandsbediening resp. voor elke reservesleutel twee verschillende nummers.

Sleutelnummer

Het sleutelnummer is onderdeel van de sleutelherkenning. Omdat bij een auto maximaal 10 sleutels aanwezig kunnen zijn, zijn de sleutelnummers 1 tot 10 in het CAS opgeslagen. Het sleutelnummer kan niet worden gewijzigd.

Het sleutelnummer wordt aan het CAS overgedragen als de afstandsbediening wordt bediend. Als de sleutel in het contactslot aanwezig is, dan wordt het sleutelnummer door het CAS rechtstreeks uit de transponder (geheugenbouwsteen) in de sleutel uitgelezen.

In het CAS is elk sleutelnummer slechts eenmaal beschikbaar. Naar wens kan via het sleutelnummer een sleutel in het CAS worden geblokkeerd. Hiertoe is de servicefunctie Sluit- en beveiligingsfuncties - afstandsbediening/sleutel - blokkeren/vrijgeven beschikbaar.

Personaliseringsnummer

Het personaliseringsnummer nodig is voor het oproepen van de Key Memory instellingen in de auto. Bij het ontgrendelen d.m.v. de afstandsbediening stuurt de afstandsbediening het personaliseringsnummer naar het CAS. Het CAS stuurt het nummer via de gegevensbussen door naar de andere regeleenheden. Na ontvangst van het personaliseringsnummer voeren de afzonderlijke regeleenheden de in Key Memory vastgelegde instellingen uit.

In totaal kunnen 3 verschillende Key Memory instellingen per regeleenheid worden gecodeerd. Daarom kan het personaliseringsnummer de waarde 1 tot 3 bezitten.

Bij de aflevering van de auto zijn sleutelnummer en personaliseringsnummer van de beide door de fabriek meegeleverde afstandsbedieningen gelijk. Het personaliseringsnummer kan echter met behulp van de servicefunctie Sluit- en beveiligingsfuncties - afstandsbediening/sleutel - personaliseringsnummer worden gewijzigd.

Als meerdere sleutels worden besteld of als en sleutel wordt vervangen, dan kan door middel van de genoemde servicefunctie een personaliseringsnummer van 1 tot 3 worden ingevoerd.

Als een nieuw personaliseringsnummer wordt afgegeven, dan moeten voor dit nummer de Key Memory instellingen bij de afzonderlijke regeleenheden met het programma CIP worden gecodeerd.