Storing onvoldoende vermogen

De turbodrukvulling wordt bij het opslaan van storingen m.b.t. de volgende motorcomponenten uitgeschakeld:

Bij onvoldoende vermogen, hoewel geen storing m.b.t. bovengenoemde componenten in de motorregeling is opgeslagen, moet met de diagnosefunctie van de motorregeling een exacte controle van de turbocompressor worden uitgevoerd.

Het resultaat van deze controle geeft uitsluitsel over de werking van de turbodrukvulling. Het opgeslagen diagnoseprotocol moet aan de klant worden overlegd om de staat van de turbodrukvulling te verklaren.